Zendo richtlijnen

Stilte straalt helder licht, zonder naam en zonder vorm.

— uit Hōkyō Zanmai (klassiek zen gedicht)

Stilte en Stilzitten

De stilte begint bij de eerste slag op de bel aan het begin van iedere zitperiode. In de zendo doen we ons best om stilte en stilzitten te bewaren. Zodra je op je kussen zit, blijf stil en beweeg niet (wiebelen, krabben, strekken, enz.) tot het einde van de zit. Onze beoefening vraagt om stil te blijven te midden van ongemak. Als je echter hevige pijn ervaart, maak dan een zittende buiging en verander je houding zo onopvallend mogelijk.

Binnenkomen en Verlaten van de Zendo

Verlaat de zendo tijdens het zitten alleen bij dringende noodzaak. Wanneer je terugkeert, neem plaats op de bank en kom weer binnen tijdens kinhin (loopmeditatie).

Kinhin

Tijdens langzame kinhin stemmen we onze adem af op onze stappen. Bij de inademing komt de hiel omhoog en beweegt de voet naar voren. Bij de uitademing zet je die voet neer en begint de andere te bewegen. Volg het voorbeeld van de jikidō. Loop in je eigen tempo, met kleine of grotere passen, afhankelijk van de ruimte. Probeer bij langzame kinhin niet het tempo van de persoon vóór je te volgen. Houd tijdens snelle kinhin wel goed aansluiting.

Handhoudingen

In de zendo zijn de handen altijd in gasshō of shashu, nooit langs het lichaam.
In gasshō zijn de vingertoppen ter hoogte van de neuspunt.

Buigingen

Staande buigingen worden gemaakt in een hoek van 45 graden, niet 90 graden.
Maak een buiging met de handen in gasshō telkens wanneer je de zendo binnenkomt.
Buig bij het uitdelen of ontvangen van sutra-boeken.

Recitatie

Stem je volume af op de groep en volg het tempo van de jikidō.

Kleding in de Zendo

Geen korte broeken of opvallende sportkleding, logo’s, afbeeldingen of slordige broeken.

Mobiele Telefoons

Zet je telefoon uit of op stil (niet op trillen).

Overige Richtlijnen

Snuit je neus niet tijdens het zitten. Als het echt nodig is, verlaat dan de zendo en ga naar de wachtkamer. Anders wacht je tot kinhin en draai je naar de muur om je neus te snuiten.
Maak tijdens het zitten geen gebruik van keelpastilles of iets dergelijks. Als je bang bent anderen te storen, neem dan plaats op de bank in de wachtkamer.
Ga zorgvuldig om met de zitkussens, schop er niet tegenaan, laat ze niet op de grond ploffen en berg ze netjes op.
Alleen de jikidō mag tijdens het zitten aanpassingen doen aan de ruimte (verwarming, ventilator, ramen, enz.).